
LAATSTE NIEUWS: – Is het Belgische veldrijden in crisis? Het is niet de schuld van Mathieu van der Poel.
Al tientallen jaren is het Belgische veldrijden het onbetwiste epicentrum van de sport. Van legendes als Sven Nys tot huidige sterren als Wout van Aert, België domineert het veldrijden op een manier die maar weinig landen in welke discipline dan ook is gelukt. Er zijn echter steeds meer zorgen dat de sport in een crisis verkeert, en hoewel velen wijzen op de overweldigende dominantie van Mathieu van der Poel, liggen de echte problemen veel dieper.
De Mathieu van der Poel-factor
Het is gemakkelijk om van der Poel de schuld te geven van het voorspelbaar maken van veldrijden. De Nederlandse superster, die zeven wereldkampioenschappen bij de elite heeft gewonnen, heeft van races een one-man showcase gemaakt. Zijn vermogen om de concurrentie binnen de eerste paar ronden te laten vallen, heeft ervoor gezorgd dat veel races als een formaliteit aanvoelen. Zijn dominantie is echter niet ongekend: Belgische legendes, zoals Eric De Vlaeminck en Nys, hadden periodes waarin ze het veld net zo overtuigend overtroffen.
Het echte probleem is niet dat van der Poel te sterk is, maar dat België niet genoeg renners heeft voortgebracht die hem consequent kunnen uitdagen. Wout van Aert, de enige Belg die hem regelmatig heeft verslagen, heeft zijn focus verlegd naar wegwielrennen. Nu van Aert zich niet volledig heeft toegelegd op veldrijden, is de kloof tussen van der Poel en het Belgische veld alleen maar groter geworden.
Afnemende Belgische diepgang
België had ooit een grote poel aan veldrittalenten, met meerdere renners die op een willekeurige dag konden winnen. Maar recente seizoenen hebben een gebrek aan diepgang op het hoogste niveau blootgelegd. Eli Iserbyt, Laurens Sweeck en Michael Vanthourenhout hebben wedstrijden gewonnen, maar ze hebben van der Poel zelden in de problemen gebracht. Deze renners zijn uitstekende concurrenten, maar ze zijn niet de generatietalenten die België ooit in overvloed voortbracht.
De Belgische dominantie in het veldrijden is gebaseerd op een sterk nationaal ontwikkelingssysteem, maar er zijn tekenen dat dit systeem worstelt. Jonge Belgische renners boeken niet zo snel vooruitgang als hun Nederlandse collega’s, die nu niet alleen van der Poel voortbrengen, maar ook rijzende sterren als Joris Nieuwenhuis en Pim Ronhaar. De zorg is dat België niet alleen wedstrijden verliest, maar ook de grip op de toekomst van de sport verliest.
De verschuiving naar wegwielrennen
Een andere factor die het Belgische veldrijden schaadt, is de verschuiving van de focus naar wegwielrennen. Renners als van Aert, Tom Pidcock en zelfs voormalige veldrijders als Zdeněk Štybar hebben laten zien dat de weg betere financiële beloningen en een langere carrière biedt. Als gevolg hiervan zien meer jonge Belgische renners het veldrijden als een opstapje in plaats van een carrièrebestemming.
Zelfs de beste Belgische veldrijders, zoals Iserbyt en Vanthourenhout, hebben hun kansen beperkt gezien omdat de grote wegteams meer investeren in allroundrenners. Deze verschuiving betekent dat minder jonge Belgische wielrenners zich volledig aan het veldrijden wijden, wat de basis van de sport in het land op termijn zou kunnen verzwakken.
De dominantie van het Nederlandse vrouwenveld
België worstelt niet alleen met het mannenveld. In het vrouwenveldrijden hebben Nederlandse renners het volledig overgenomen. Sterren als Fem van Empel, Puck Pieterse en Shirin van Anrooij hebben van de wedstrijden eenzijdige zaken gemaakt, waardoor Belgische renners moeten vechten voor kleine plaatsen. In tegenstelling tot vroeger, toen Sanne Cant een kanshebber was voor het wereldkampioenschap, mist België nu een vrouwelijke toprenner die de Nederlandse consequent kan uitdagen.
Dit gebrek aan competitiviteit in het vrouwenveld is een andere indicator dat het Belgische veldrijden in de problemen zit. Als jonge Belgische meisjes niet zien dat lokale renners winnen, zijn ze misschien niet geïnspireerd om de sport op te pakken, wat de toekomstige talentenpool verder verzwakt.
Kan het Belgische veldrijden herstellen?
Ondanks deze zorgen is het Belgische veldrijden niet gedoemd. Het land heeft nog steeds een ongelooflijk sterke racecultuur, met gepassioneerde fans en een aantal van de beste cyclocrossparcoursen ter wereld. Er zijn echter structurele veranderingen nodig om ervoor te zorgen dat België een grootmacht blijft.
Investeringen in de ontwikkeling van de jeugd zijn essentieel. Belgische teams en federaties moeten manieren vinden om jong talent aan te trekken en te ontwikkelen, zodat ze kunnen concurreren met Nederlandse en internationale renners. Bovendien zou het creëren van een betere financiële prikkel voor renners om in het cyclocross te blijven in plaats van over te stappen op wegwielrennen, kunnen helpen om toptalent te behouden.
Uiteindelijk verkeert het Belgische cyclocross niet in crisis vanwege van der Poel. Hij is gewoon de laatste in een rij van dominante renners. Het echte probleem is dat België niet gelijke tred heeft gehouden met de veranderende dynamiek van de sport. Als het land zijn plek aan de top wil heroveren, moet het zich aanpassen – en snel.